„ervandoor“: bijwoord ervandoor [-ˈdoːr]bijwoord | Adverb adv Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) weg weg ervandoor ervandoor exemples ervandoor gaan omgangstaal | umgangssprachlichumg abhauen, sich davonmachen omgangstaal | umgangssprachlichumg ervandoor gaan omgangstaal | umgangssprachlichumg ervandoor gaan durchbrennen ervandoor gaan