„boon“: zelfstandig naamwoord boonzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <bonen> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Bohne Bohnevrouwelijk | Femininum, weiblich f boon boon exemples ik ben een boon als … omgangstaal | umgangssprachlichumg ich fresse einen Besen, wenn … omgangstaal | umgangssprachlichumg ik ben een boon als … omgangstaal | umgangssprachlichumg