„boel“: zelfstandig naamwoord boel [buˑl]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) Menge, Kram, Krempel Mengevrouwelijk | Femininum, weiblich f boel boel Krammannelijk | Maskulinum, männlich m boel omgangstaal | umgangssprachlichumg Krempelmannelijk | Maskulinum, männlich m boel omgangstaal | umgangssprachlichumg boel omgangstaal | umgangssprachlichumg exemples een dolle boel omgangstaal | umgangssprachlichumg ein tolles Treiben omgangstaal | umgangssprachlichumg een dolle boel omgangstaal | umgangssprachlichumg een dooie (of | oderod saaie) boel omgangstaal | umgangssprachlichumg ein Saftladenmannelijk | Maskulinum, männlich m omgangstaal | umgangssprachlichumg een dooie (of | oderod saaie) boel omgangstaal | umgangssprachlichumg