„afvaren“: werkwoord afvarenwerkwoord | Verb v <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverbzn> Vue d'ensemble de toutes les traductions (Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction) ablegen, abfahren ablegen, abfahren afvaren afvaren exemples afvaren op zuhalten (of | oderod zufahren) auf (accusatief, 4e naamval | Akkusativakk) afvaren op