aanhang
zelfstandig naamwoord | Substantiv substVue d'ensemble de toutes les traductions
(Pour plus d'informations, cliquez sur/touchez la traduction)
- Anhangmannelijk | Maskulinum, männlich maanhangGefolgschaftvrouwelijk | Femininum, weiblich faanhangaanhang
- Sippschaftvrouwelijk | Femininum, weiblich faanhang omgangstaal | umgangssprachlichumg ironisch | ironischironaanhang omgangstaal | umgangssprachlichumg ironisch | ironischiron